Jaap Bouhuys (Arnhem 1902 – Haarlem 1983)
Jaap Bouhuys was schilder, beeldhouwer en monumentaal kunstenaar.
Hij volgde een opleiding aan de Arnhemse Kunstacademie, waar hij onder andere les kreeg van de bekende kunstenaars H.P. Berlage en Roland Holst. Van de laatste kreeg hij later zelfs veel opdrachten. Tevens bezocht hij in Amsterdam de Rijksacademie van Beeldende Kunsten.
Het doek Musicerende Harlekijn doet onmiddellijk vermoeden dat de schilder goed naar het werk van kunstenaars als Picasso en Braque heeft gekeken. Een goed opgebouwde compositie en de interessante vlakverdeling in zijn werk haakt rechtstreeks in op het kubisme van deze meesters.
Het mag dan ook niet verbazen dat Jaap Bouhuys heeft samengewerkt met Picasso en heeft kennisgemaakt met Braque. Het kubisme van deze kunstenaars heeft zichtbaar grote invloed gehad op zijn werk. Bijzonder daarbij is dat hij deze schilderstijl op geheel eigen wijze wist te benaderen, waardoor zijn werk een eigen, herkenbaar karakter kreeg. Ook zijn kleurgebruik is zeer herkenbaar. Wellicht verkreeg hij deze intensieve kleuren, doordat hij zijn verven zelf uit oliën en pigmenten samenstelde.
In 1932 ontving Bouhuys de zilveren medaille van de prestigieuze Prix de Rome en wel in de categorie “monumentale schilderkunst”.
Samenwerking
Vanaf 1952 woonden Jaap en zijn echtgenote Nel Klaassen in Zandvoort. Zij was zelf ook kunstenaar en had in 1932 eveneens de Prix de Rome ontvangen, in de categorie “monumentale beeldhouwkunst”. Zij ontwierp interieurs voor de schepen van de Holland Amerika Lijn en – in de jaren zestig – van de KLM-vloot. In Rotterdam en Den Haag is veel werk van haar te zien aan Rijksgebouwen. Een gebrandschilderd raam van 4 x 3 meter in het gebouw van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten is daar een prachtig voorbeeld van.
Jaap en Nel werkten meestal aan elkaars stukken. Dit gebeurde vooral in de grote mozaïeken die nu nog in de beeldentuin in Zandvoort zijn te zien. Maar of zij nu een mozaïek, een sculptuur, een gebrandschilderd raam of een doek vervaardigden, de stijl van het werk straalt altijd het typerende karakter van de hand van Bouhuys en Klaassen uit. De twee werkten zo goed samen, dat hun gemeenschappelijk werk er stilistisch als van één hand uitziet.
Hoewel veel van Bouhuys’ werk – gobelins, mozaïek, gebrandschilderde ramen enz. – over de hele wereld verspreid is en zich ook in musea bevindt, geniet de kunstenaar tot op heden weinig bekendheid bij het grote publiek. De oorzaak hiervan komt wellicht door de bescheiden opstelling van de kunstenaar. Hij deed er weinig aan om naamsbekendheid te krijgen. Evenmin was hij een actieve verkoper van zijn werk. Hij hield zich enkel bezig met waar hij goed in was: schilderen. Zo bleef een groot deel van het oeuvre van het echtpaar in hun huis in Zandvoort. Uiteindelijk liet het duo hun culturele erfgoed na aan het echtpaar Van der Leden, dat nu in de voorwoning van de Galerie en het vroegere atelier woont.
Jaap Bouhuys was a painter, sculptor and monumental artist.
He studied at the Arnhem Art Academy, where he was taught by famous artists such as H.P. Berlage and Roland Holst. He later received many commissions from the latter. He also attended the Rijksacademie van Beeldende Kunsten in Amsterdam.
The painting Musician Harlequin immediately suggests that the painter studied the work of artists such as Picasso and Braque. A well-constructed composition and the interesting division of the plane in his work directly relate to the cubism of these masters.
It should therefore come as no surprise that Jaap Bouhuys worked with Picasso and became acquainted with Braque. The cubism of these artists has clearly had a great influence on his work. What is special is that he managed to approach this painting style in his own unique way, which gave his work its own, recognizable character. His use of color is also very recognizable. He may have obtained these intense colors by composing his own paints from oils and pigments. In 1932 Bouhuys received the silver medal of the prestigious Prix de Rome in the category “monumental painting”.
Collaboration
Jaap and his wife Nel Klaassen lived in Zandvoort from 1952. She was also an artist herself and had also received the Prix de Rome in 1932, in the category “monumental sculpture”. She designed interiors for the ships of the Holland America Line and – in the sixties – for the KLM fleet. Much of her work can be seen in government buildings in Rotterdam and The Hague. A stained glass window of 4 x 3 meters in the building of the Association of Dutch Municipalities is a beautiful example of this.
Jaap and Nel usually worked on each other’s pieces. This mainly happened in the large mosaics that can still be seen in the sculpture garden in Zandvoort. But whether they produced a mosaic, a sculpture, a stained glass window or a canvas, the style of the work always radiates the typical character of the hand of Bouhuys and Klaassen. The two worked so well together that their joint work looks stylistically as if it was made by one hand.
Although much of Bouhuys’ work – tapestries, mosaics, stained glass windows etc. – is spread all over the world and can also be found in museums, the artist is still not very well known to the general public. The reason for this is probably the modest attitude of the artist. He did little to gain name recognition. Nor was he an active seller of his work. He only focused on what he was good at: painting. As a result, a large part of the couple’s oeuvre remained in their house in Zandvoort. Ultimately, the duo left their cultural heritage to the Van der Leden couple, who now live in the front house of the Gallery and the former studio.