Pablo Picasso (Málaga 1881 – Mougins (Frankrijk) 1973)
Korte levensbeschrijving:
Pablo Picasso kan zonder overdrijving de meest creatieve en veelzijdige kunstenaar van de 20ste eeuw genoemd worden. Naast zijn talloze schilderijen manifesteerde hij zich ook als graficus, ceramist, tekenaar, decor- en kostuumontwerper en beeldhouwer. Zijn vader was ook kunstenaar en begeleidde hem bij zijn eerste stappen op het gebied van de schilderkunst. Al jong kwam zijn artistieke talent aan het licht, en met 16 jaar werd hij toegelaten tot de academie in Madrid. Voornamelijk verbleef hij echter in Barcelona, waar hij zijn eerste tekeningen, meest portretten, tentoonstelde.
In 1900 reisde hij met een vriend naar Parijs en betrok daar een atelier in de Rue Gabrielle, waar hij vermoedelijk zijn eerste in Parijs ontstane schilderij vervaardigde: Moulin de la Galette. Zijn eerste expositie hield hij in 1901 en in die tijd begon zijn beroemde blauwe periode. In 1904 vestigde hij zich definitief in Parijs waar hij in 1907 samen met Georges Braque het kubisme ontwikkelde. Deze nieuwe fase in het scheppend vermogen van Picasso ontstond met zijn baanbrekende werk Les Demoiselles d’Avignon (1906-1907). Zijn stijl bewoog zich echter in verschillende richtingen; een bepaalde stijl werd meestal voor een bepaald onderwerp gebruikt. In kubistische stijl vervaardigde hij een serie stillevens. Tot 1920 komen er steeds minder kubistische werken en tenslotte verdwijnen ze totaal.
In 1924 sloot Picasso zich aan bij de surrealisten en exposeerde in 1925 samen met hen in de galerie Pierre. Omstreeks 1931 begon hij zich op het vervaardigen van sculpturen toe te leggen. Zijn eerste grote overzichtstentoonstellingen vonden in 1932 plaats in de Parijse galerie Georges Petit en in het Kunsthaus van Zürich. In 1937 schiep hij het monumentale fresco Guernica als een reactie op de verwoesting van het Baskische stadje door Duitse vliegtuigen tijdens de Spaanse burgeroorlog. Vanaf begin jaren veertig is in zijn werk een zekere consolidatie van stijl waarneembaar.
Hij woont dan in Zuid-Frankrijk en werkt vaak in Antibes in het paleis Grimaldi, dat nog tijdens zijn leven als Musée Picasso werd ingericht. In Vallauris begon hij in 1947 zijn keramische werkzaamheden. In zijn latere scheppingsperiode trok behalve zijn schilderkunst tevens zijn grafische werk grote aandacht.
Zijn werk werd onder andere verkocht door Heinz Berggruen (Berlijn 1914), vooraanstaand kunsthandelaar en vriend van Picasso.