Paul Arntzenius is een neef van Floris Arntzenius. Volgde zijn opleiding van 1901-1903 aan de Koninklijke Academie voor beeldende Kunsten in Den Haag o.l.v. W.B.Tholen, zijn opvoeder na het overlijden van zijn moeder, waaraan zijn werk verwant is. Kreeg les van Herbert van der Poll, Willem Bastiaan Tholen en Willem Witsen. Was werkzaam in België, Frankrijk, Zeeland (Veere), Amsterdam en Den Haag. Hij won in 1949 samen met Theo Bitter de Jacob Marisprijs. Hij was lid van de kunstenaarssociëteiten “Pulchri Studio” in Den Haag en “Arti et Amicitiae” te Amsterdam. Paul Arntzenius nam deel aan diverse solo- en groepstentoonstellingen  te Den Haag en Amsterdam. Zijn werk is opgenomen in de collecties van het Haags Gemeentemuseum, het Stedelijk Museum te Gouda, het Singer Museum te Laren en de Rijkscollectie. Hij was tevens een verwoed kunstverzamelaar, die zijn collectie heeft geschonken aan het Stedelijk Museum te Gouda. In 1963 verscheen zijn boek “overpeinzingen van een schilder” (uitgave L.J.C. Boucher).

Paul Arntzenius is a nephew of Floris Arntzenius. Studied from 1901-1903 at the Royal Academy of Fine Arts in The Hague under the supervision of W.B.Tholen, his educator after the death of his mother, to whom his work is related. Was taught by Herbert van der Poll, Willem Bastiaan Tholen and Willem Witsen. Worked in Belgium, France, Zeeland (Veere), Amsterdam and The Hague. In 1949 he won the Jacob Maris Prize together with Theo Bitter. He was a member of the artists’ societies “Pulchri Studio” in The Hague and “Arti et Amicitiae” in Amsterdam. Paul Arntzenius participated in various solo and group exhibitions in The Hague and Amsterdam. His work is included in the collections of the Haags Gemeentemuseum, the Stedelijk Museum in Gouda, the Singer Museum in Laren and the Rijkscollectie. He was also an avid art collector, who donated his collection to the Stedelijk Museum in Gouda. In 1963 his book “overpeinzingen van een schilder” (published by L.J.C. Boucher) was published.

foto: Wikipedia