Het oeuvre van Paul Citroen bestaat uit schilderijen, grafiek, kunstboeken en fotografie. Zijn bekendste werk is ‘Metropolis’ (1923), een fotomontage van een grote stad.
De kunstenaar groeide op in Berlijn waar hij reeds op jonge leeftijd met kunst en literatuur in aanraking kwam. Paul Citroen studeerde aan de Kunsthochschule te Berlijn. Als medeoprichter van een kunstboekhandel in Berlijn kwam hij in aanraking met vele vernieuwende kunstenaars, waaronder de leden van de DaDa beweging. Onder invloed van deze omgeving begon Paul Citroen weer te tekenen en werd toegelaten tot de beroemde Bauhaus opleiding in Weimar, waar hij les kreeg van grootheden uit de kunstgeschiedenis als Paul Klee en Kandinsky.
In 1927 vestigt Paul Citroen zich in Nederland, in Amsterdam waar hij aanvankelijk vooral bezig is met fotografie. In 1933 is hij medeoprichter van de ‘’Nieuwe Kunstschool’’ die echter in 1937 moest sluiten. Hierna wordt Paul Citroen docent aan de Haagse Kunstacademie tot 1960 (m.u.v. de oorlogsjaren).
Als docent aan de Haagse Kunstacademie is hij een van de drijvende krachten achter de beweging die nu de ‘’Nieuwe Haagse School’’ genoemd wordt. Paul Citroen was vooral bekend vanwege de vele portretten die hij maakte.
Paul Citroen was ook een groot verzamelaar van kunst. Een deel van zijn collectie is nu te vinden in de collectie Hannema-de Stuers Fundatie, in Heino.
Het werk van Paul Citroen zelf bevindt zich in vele museale, bedrijfs- en particuliere collecties, o.a. in de Rijkscollectie. Museum de Fundatie bezit de grootste collectie kunstwerken van Paul Citroen.
In 1950 behaalde hij de Jacob Marisprijs en in 1953 de Hartogprijs.

Paul Citroen’s oeuvre consists of paintings, graphics, art books and photography. His best-known work is ‘Metropolis’ (1923), a photomontage of a large city.
The artist grew up in Berlin where he came into contact with art and literature at a young age. Paul Citroen studied at the Kunsthochschule in Berlin. As co-founder of an art bookshop in Berlin he came into contact with many innovative artists, including members of the DaDa movement. Under the influence of this environment Paul Citroen started drawing again and was admitted to the famous Bauhaus training in Weimar, where he was taught by greats from art history such as Paul Klee and Kandinsky.
In 1927 Paul Citroen settled in the Netherlands, in Amsterdam where he initially mainly focused on photography. In 1933 he co-founded the ‘’Nieuwe Kunstschool’’ which had to close in 1937. After this Paul Citroen became a teacher at the Hague Art Academy until 1960 (except during the war years).
As a teacher at the Hague Art Academy, he is one of the driving forces behind the movement that is now called the ‘’Nieuwe Haagse School’’. Paul Citroen was best known for the many portraits he made.
Paul Citroen was also a great collector of art. Part of his collection can now be found in the Hannema-de Stuers Fundatie collection, in Heino.
Paul Citroen’s own work can be found in many museum, corporate and private collections, including the National Collection. Museum de Fundatie has the largest collection of Paul Citroen’s works of art.
In 1950 he won the Jacob Maris Prize and in 1953 the Hartog Prize.

Foto: Hans van Dijk voor Anefo – Nationaal Archief, CC0,

https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=73600247