Pieter (Piet) Ouborg (Dordrecht 1893 – Den Haag 1956)

Ouborg

Pieter (Piet) Ouborg was een Nederlandse kunstschilder die wordt beschouwd als een van de voorvechters van de moderne kunst in Nederland. Ouborg was tot halverwege de Eerste Wereldoorlog in Nederland leraar. In 1916 ging hij naar Nederlands-Indië waar hij als tekenleraar en onderwijzer werkzaam was. Tijdens een verlof in Nederland in 1923 begon Ouborg, die een autodidact was, te experimenteren met het kubisme en in 1931, toen hij wederom met verlof was, ging hij naar Brussel, waar hij het surrealisme ontdekte. Hij werd sterk beïnvloed door het werk van de Spaanse surrealistische kunstschilder Joan Miró. Toen hij in 1938 definitief terugkwam in Nederland vestigde hij zich eerst in Haarlem, daarna in Amsterdam en tenslotte in 1939 in Den Haag, waar hij kunstgeschiedenis en tekenen ging onderwijzen. Vincent van Gogh was een groot voorbeeld. In 1947 stelde hij zijn werk tentoon met de groep Experimentelen in de Haagse Kunstkring. Met zijn werk sloot Ouborg aan bij Cobra, maar hij wilde van die beweging geen lid zijn. In de jaren 50 behoorde hij wel tot de werkgroep De Nieuwe Ploeg in Voorburg. In 1950 kreeg hij voor zijn tekening Vader en zoon – niet onomstreden – de Jacob Marisprijs voor de Tekenkunst. Het werk van Piet Ouborg wordt gerekend tot de kunststroming de Nieuwe Haagse School. Musea: Gemeentemuseum Den Haag, Dordrechts Museum in Dordrecht, Stedelijk Museum in Amsterdam, Van Abbemuseum in Eindhoven, Groninger Museum, Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam, Stedelijk Museum Schiedam, Tropenmuseum in Amsterdam.


Pieter (Piet) Ouborg was a Dutch painter who is considered one of the champions of modern art in the Netherlands. Ouborg was a teacher in the Netherlands until halfway through the First World War. In 1916 he went to the Dutch East Indies where he worked as a drawing teacher and teacher. During a leave in the Netherlands in 1923, Ouborg, who was self-taught, began experimenting with cubism and in 1931, when he was on leave again, he went to Brussels, where he discovered surrealism. He was strongly influenced by the work of the Spanish surrealist painter Joan Miró. When he returned to the Netherlands for good in 1938, he first settled in Haarlem, then in Amsterdam and finally in 1939 in The Hague, where he taught art history and drawing. Vincent van Gogh was a great example.
In 1947 he exhibited his work with the Experimentelen group in the Haagse Kunstkring. With his work Ouborg joined Cobra, but he did not want to be a member of that movement. In the fifties he did belong to the working group De Nieuwe Ploeg in Voorburg. In 1950 he received the Jacob Maris Prize for Drawing for his drawing Father and Son – not without controversy. Piet Ouborg’s work is considered to belong to the art movement the New Hague School. Museums: Gemeentemuseum Den Haag, Dordrechts Museum in Dordrecht, Stedelijk Museum in Amsterdam, Van Abbemuseum in Eindhoven, Groninger Museum, Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam, Stedelijk Museum Schiedam, Tropenmuseum in Amsterdam.