Theo Wolvecamp (Hengelo 1925 – Amsterdam 1992)
Al jong begon Theo Wolvecamp te schilderen. In 1947 stopte hij na twee jaar met zijn studie aan de kunstacademie in Arnhem en vertrok naar Amsterdam. Daar raakte hij betrokken bij de Experimentele Groep in Holland en in 1948 bij de Cobra-beweging. Van 1953 tot 1954 werkte de jonge schilder in Parijs. Daarna keerde hij terug naar het betrekkelijke isolement van zijn geboorteplaats Hengelo. Vanuit Twente nam hij deel aan vele nationale en internationale groepstentoonstellingen. Wolvecamps oeuvre is te verdelen in verschillende perioden. Direct na de oorlog maakte het werk van Pablo Picasso veel indruk op hem. Later raakte hij geïnteresseerd in de kunstschilder Joan Miró. Verder had Kandinsky veel invloed op zijn werk. Na een Miró-achtig begin maakte Wolvecamp abstract-expressionistische werken in vaak donkere tonen en met dik aangezette verflagen. In zijn composities (met name vanaf 1955) duiken fantasiewezens en andere figuratieve elementen op, waardoor ze doen denken aan de schilderijen van het Deense Cobra-lid Asger Jorn. Musea o.a.: Cobra Museum voor Moderne Kunst in Amstelveen, Dordrechts Museum, Stadsgalerij Heerlen, Gemeentemuseum Helmond, Stedelijk Museum Schiedam, Silkeborg Kunstmuseum, Museum De Wieger in Deurne.
Theo Wolvecamp started painting at a young age. In 1947, he quit his studies at the art academy in Arnhem after two years and left for Amsterdam. There he became involved with the Experimental Group in Holland and in 1948 with the Cobra movement. From 1953 to 1954, the young painter worked in Paris. After that, he returned to the relative isolation of his birthplace Hengelo. From Twente, he participated in many national and international group exhibitions. Wolvecamp’s oeuvre can be divided into different periods. Immediately after the war, the work of Pablo Picasso made a great impression on him. Later, he became interested in the painter Joan Miró. Kandinsky also had a great influence on his work. After a Miró-like beginning, Wolvecamp made abstract-expressionist works in often dark tones and with thick layers of paint. In his compositions (especially from 1955 onwards), fantasy creatures and other figurative elements appear, which make them reminiscent of the paintings of the Danish Cobra member Asger Jorn. Museums including: Cobra Museum for Modern Art in Amstelveen, Dordrechts Museum, City Gallery Heerlen, Helmond Municipal Museum, Schiedam Municipal Museum, Silkeborg Art Museum, De Wieger Museum in Deurne.