Korte levensbeschrijving:

Sluiter was een lid van de predikantenfamilie Sluiter en groeide op in Heerenveen en Zwijndrecht als zoon van notaris mr. Jan Willem Sluiter en Johanna Hillegonda Cornelia Suermondt. Hij trouwde in 1901 met Agatha Anna Louise van Nievervaart. Uit dit huwelijk werd een dochter, Johanna Adriana, geboren.

Sluiter was van 1891 tot 1894 leerling aan de Rotterdamsche Academie voor Beeldende Kunsten en daarna volgde hij lessen aan de Haagsche Academie voor Beeldende Kunsten.

Hij ontwikkelde zich tot een veelzijdig kunstenaar met twee uitgesproken talenten: hij schilderde prachtige, impressionistische landschappen en haven- en strandgezichten. Daarnaast was hij een ras tekenaar die in staat was om in vlotte, vaak humorvolle schetsen en aquarellen het leven om zich heen vast te leggen.

In zijn tekeningen van vrienden en familie, van het mondaine strand- en uitgaansleven in Scheveningen, van reizen en van de welgestelde sneeuw toeristen in Davos en St. Moritz toont hij zich een chroniqueur van zijn tijd.

Hij was een bekend tekenaar van politieke prenten en affiches. Tevens voerde hij opdrachten voor reclame uit en was boekbandontwerper. De onderwerpen van Sluiters werk kwamen vaak uit het strand- en vissersleven, maar ook in de ‘hogere kringen’ was hij een gezocht portretschilder.

Bekend zijn de 38 omslagen voor bladmuziek die hij tussen 1920 en 1925 ontwierp voor uitgever Scheltens en Giltay; het waren cabaretteksten van de dichter Clinge Doorenbos.

Sluiter was lid van veel kunstgenootschappen, onder andere van Pictura in Dordrecht, Arti et Amicitiae te Amsterdam en Pulchri Studio te Den Haag.

Hij woonde en werkte in Zwijndrecht, Dordrecht, Rotterdam tot 1894. Daarna van 1894 tot 1897 in Scheveningen en van 1901-1910 in Katwijk. In 1910 vestigde hij zich in Laren en bleef daar tot 1916 toen hij naar Den Haag ging.

Vanaf de jaren twintig was hij een bekend en zeer succesvol kunstenaar.